De letter K is van… kleinschalig en kleine dingen, maar niet van kleineren!

800 450 Mantelzorger der Liefde

‘Het zijn de kleine dingen die het doen, die het doen’.
Ik hoor het mijn moeder dit liedje van Saskia & Serge destijds nog zo meezingen. Hoe ouder ik word, hoe meer ik leer omgaan met mijn moeders ziekte van Alzheimer, hoe meer ik voel dat hier veel waarheid in schuilt. Omdat ik door haar vergevorderde dementie geen gesprekken met haar meer kan hebben, ben ik tegenwoordig gespitst op kleinigheden: een blik waaruit blijkt dat ze me écht even ziet, een klein lachje dat over haar gezicht trekt, het zachte tevreden geluidje als ik haar gezicht met crème insmeer en masseer.

Als ik naar haar toe ga, verwacht ik niets meer van haar. Niet dat ze me herkent, laat staan een gesprek. Ik ga gewoon naar haar toe, omdat ik het fijn vind om bij haar te zijn, omdat ze mijn moeder is. We zitten bij elkaar, we knuffelen wat. Houden elkaars hand vast, luisteren naar muziek, zien wat er gebeurt en laten het op ons afkomen. Ik reageer op wat er zich voordoet en dat geeft rust en ‘peace of mind’.

Mijn tip is dan ook: laat je raken door kleine dingen! Sta er open voor, let goed op. Onthou deze kleine, schijnbaar onbelangrijke dingen. En deel ze, want ze zijn van groot belang. Je kunt ze opschrijven in een speciaal voor dit doel gekocht mooi boekje, ze opslaan in de notities van je telefoon of delen op Facebook. Blader af en toe in dit ‘blijheids-boekje’ en ervaar dat het je troost kan brengen op moeilijke momenten. De volgende kleine conversatie met mijn moeder ooit ontroerde mij zeer en helpt me nog altijd als ik het er moeilijk mee heb:

 

Zij: “Hai! Is je moeder er ook?”

Ik: “Ja”.

Zij: “Is dat een goede moeder?”

Ik: “De beste!”

Zij: “Oh ja? Nou, ik heb er ook altijd mijn best op gedaan hoor!”.

 

Een klein gesprekje van maar een paar zinnen, waarin het perspectief kantelde en ze opeens weer wél doorhad hoe het zat, dat ik haar dochter was. Een klein moment, dat belangrijk voor mij was en ik nog precies weet, omdat ik het opgeschreven heb.

Klein is echter niet altijd goed
Kleinschalig wonen leek mij altijd heel prettig voor mijn moeder.  Omdat de mensen met dementie daar meedraaien als in een soort gezin. Ze krijgen daar nog kleine taken (bijvoorbeeld aardappels schillen) en het is er kleiner en daardoor rustiger. Maar mijn moeder bleek echter al te vergevorderd te zijn in haar alzheimerproces om nog mee te kunnen doen aan het leven in kleinschalige opvang. Bovendien was wat reuring, bij nader inzien, voor haar persoon in deze fase te verkiezen boven rust. De tip? Kijk goed naar wat past bij jouw dierbare, niet alleen naar jouw persoonlijke voorkeur.

Dus klein is niet altijd beter?
Nee, ik vind van niet. Ik heb bijvoorbeeld een hekel gekregen aan verkleinwoorden. Dat komt doordat je mensen vaak tegen iemand met de ziekte van Alzheimer hoort praten alsof het een klein kind is (“ga je mee tandjes poetsen?”). Ik word daar altijd naar van. Het gaat om volwassen mensen die een heel leven achter zich hebben. Waarom zou je die toespreken alsof het een kindje van 2 is? (Overigens vind ik dat je zelfs tegenover kleine kinderen niet zo’n gemaakte toon hoeft aan te slaan, maar dat is weer een ander verhaal). Behandel je dierbare gewoon als een volwassene, ongeacht de fase waarin hij/zij zich bevindt. Het gebruiken van verkleinwoorden (tandjes poetsen, hapje nemen, haartjes kammen) vind ik gek. Mijn advies: praat gewoon tegen je dierbare zoals je dat altijd deed.

 

Mantelzorger der liefde-groet,

Ingrid Keestra

Leave a Reply

Your email address will not be published.